Ik ontmoette hem tijdens filmopnamen betreffend een item over fotograaf Ab Baart. Hij was – als goede vriend van Ab en overigens zelf een niet mis te verstaan portret- en natuurfotograaf – die dag uitgenodigd aanwezig te zijn op de locatie. Een paar maanden later spraken we elkaar opnieuw bij de opening van een expositie. Zijn artistieke grandeur maar bovenal het puur menszijn en een opmerkelijke zienswijze, raakte me en eigenlijk besloot ik diezelfde avond een document in de vorm van een item over Henk te willen maken. Een portret van een man met diepgeworteld en zeer inspirerend optimisme. Het document geschiedde. Hij vertelde zonder enige reserve zijn persoonlijk verhaal, dat intenser en omvangrijker was dan eigenlijk binnen een mensenleven past. Sindsdien zochten we elkaar zo nu en dan op, hij kwam op de e-bike naar mijn tuin om thee te drinken, vetgevulde bonbons mee in de fietstas. Buitenmens pur sang én frequent bezoeker van musea, theater, dans en film. Altijd had hij onthouden waar ik op dat moment aan werkte en welke uitstapjes ík had ondernomen en stelde daar aandachtig vragen over.
De foto hieronder klikte ik afgelopen september. Henk had al veel fysieke kracht in moeten leveren maar trok zijn diaprojectiescherm plus nostalgische uitrusting uit de kelder om mij oa het beeld te tonen van een steenarend die hij – ergens in de jaren zeventig – hoog in de bergen van Oostenrijk indrukwekkend had vastgelegd.
Een week vóór hij deze wereld verliet, betrof die heerlijk zomerse woensdag en hebben we op de boulevard in Egmond aan Zee naar de kalme zee gestaard en zelfs nog soep gegeten bij Van Speyk, kruidige mosterdsoep met boerenbrood welteverstaan, hetgeen niet veel later genadeloos z’n weg terug vond. Maar we hadden het beleefd in een best moment dus de middag was dik behaalde winst.
‘Voor sommige mensen zou ik wat langer hier willen blijven’, mijmerde hij met zijn immer charmante lach. Dito, Henk.